Wijn en Gaard – Over Belgische wijn

Geen vossen in dit vochtig laagland. Verhalen van de proeftafel (2/3)


Gerry Calders (c) Peter Doomen

Om wat in de stemming te komen bracht het proefpanel onder leiding van wijnbouwer Gerry Calders van Domein Petrushoeve waar de Proeftafel doorging, eerst een bezoek aan de wijngaard en de vinificatieruimtes, waarbij Gerry enthousiast inging op allerlei vragen die gesteld werden over wijngaardbeheer, keuze van stokken, snoeien, delestage, de invloed van hout, … Daarna begon het echte werk. Stefaan Soenen verzamelde over de loop van een paar jaar meer dan 35 Belgische wijnen gemaakt van interspecifieke druiven van 18 verschillende domeinen. Alleen al die inspanning verdient een pluim. Tijdens de tasting zorgde wijnbouwer Gerry Calders ook geregeld voor een bijkomende wijn van eigen domein die ter vergelijking naast een wijn uit de selectie kon geplaatst worden, zodat we tegen het eind van de dag toch aan een veertigtal wijnen kwamen.

Proevers in actie (c) Peter Doomen

Het is binnen het bestek van dit stuk niet wenselijk om de proefnotities van alle wijnen op te nemen, maar ik zal er per type (wit, rose, rood en mousserend) een aantal bespreken die mijzelf opvielen en daar koppel ik per type ook een aantal algemene opmerkingen aan.

Voor mij een glaasje wit aub, of nee, doe mij maar een roséetje

In de voormiddag waren de witte wijnen aan de beurt. De eerste twee wijnen van de dag waren monocépages van solaris, respectievelijk Chapitre Solaris 2020 en Solaris Dalaheim Castellum 2022. Een van de typische kenmerken van solaris zijn de tropische aroma’s. Dat aroma was bij de solaris van Domaine du Chapitre minder uitgesproken, ten faveure van florale aroma’s, citrus en wit steenfruit. De solaris van Dalaheim is een vin naturel, waarin de tropische aroma’s nadrukkelijker aanwezig zijn (ananas, zeer rijpe appel, …). In de neus waren ook lichte gistaroma’s en vegetatieve toetsen waarneembaar, wat niet ongewoon is bij solaris. Op het eerste gezicht leek hij iets minder vol dan de solaris van Chapitre, maar daar kwam wel verandering in toen de wijn wat opwarmde in het glas.

Etiket Cuvée Evasion – Coteaux des Avelines

De revelatie van de voormiddag was voor mij de Évasion 2021 van Coteaux des Avelines, een blend van souvignier gris en solaris. Een zeer elegante wijn met florale aroma’s, pompelmoes fraicheur en een lichte kruidigheid. Een wijn die ook in de mond mooi in balans is met een mooi rondeur in de aanzet, waarna fijne zuurtjes komen opzetten in de middenbouw.

  

Vin de Liège is zonder enige twijfel een van de sterkhouders van de interspecifieke wijnbouw in ons land. Dat werd bevestigd in de Ô de Craie 2020, een monocépage van johanniter die gerijpt werd op de lies van het voorgaande jaar (= gerijpte lies). Die behandeling zorgt zeker voor een bijkomend complexiteit. Johanniter heeft niet zoveel uitgesproken aroma’s uit zichzelf, maar door de behandeling met de lie ontstaat een wijn die in de neus aroma’s van groene appel, witte bloemen en een lichte mineraliteit heeft. In de aanzet heeft de wijn een filmend karakter, maar in de middenbouw zorgt een licht bittertje voor wat punch. Het is zeker een wijn met gastronomisch potentieel. Ook de Contrepoint (blend van souvignier gris en solaris) van Vin de Liège voldeed aan de verwachtingen. Het was interessant om jaargang 2016 en 2019 met elkaar te vergelijken. Terwijl 2016 traditioneel gevinifieerd werd, werd 2019 langer vergist mét schil, waardoor de typische aroma’s van een oranje wijn op de voorgrond kwamen. In eerste instantie leek de 2019 nogal reductief in de neus, maar na uitvoerig walsen ontplooide zich enerzijds een mooie fraicheur met aroma’s van sinaasappelzeste en anderzijds meer gebrande aroma’s van koffie en noten. De 2019 is wellicht nog iets te jong om te drinken, maar laat een mooi verouderingspotentieel vermoeden door de vrij hoge zuren.

Proever in actie (c) Peter Doomen

De oranje wijn van Terroir TerWaer, Avant Première 2022, heeft een maceratie van 15 dagen gehad. Peter Doomen, een van de proevers, omschreef de wijn als “Een wereldreis in het glas”. In de neus tref je koffie, kaneel, sinaasappelschil, gember, rijpe appel, vlierbloesem, een complexe kruidigheid en duidelijk aanwezige gistingsaroma’s aan. Het was interessant om deze wijn te proeven naast de Oker 2020 fieldblend van domein Lijsternest (solaris, bronner, sauvignac, rinot en riesel). Die wijn heeft een minder lange schilmaceratie gehad. Algemeen gesproken lijkt het een minder complexe wijn, met een minder uitwaaierende aromakaart met iets meer nadruk op de gistaroma’s. In vergelijking met de wijn van Terroir Terwaer had deze wijn wel iets meer punch, wellicht door de sterkere gembertoets.

Dat je van interspecifieke druiven ook wijnen met restzoet kan maken toonde Vignoble de Genval aan met Villa Beau-Site Vendanges Tardives Solaris Botrytis 2022. Dit is een monocépage van solaris en de wijn heeft de typische rotie-aroma’s van een botrytis wijn, een sterke honingtoets ook. Omdat er ook voldoende zuren zijn, voelt de wijn nooit plakkerig aan. De Muscaris met edelrot 2022 van Petrushoeve bood een interessante vergelijking. In deze wijn vind je de typische muscat-aroma’s, ook aroma’s van gekarameliseerde peer. Ook hier zorgen de fijne zuren voor een mooi evenwicht. Beide wijnen zijn mooi inzetbaar bij fruitdesserts of in combinatie met blauwschimmelkazen.

Witte wijnen op de proeftafel

Om de voormiddag af te sluiten, kwamen er ook nog drie rosé-wijnen op tafel. De Rosé 2020 van de kleine hobby-wijngaard Reyngaard uit de Westhoek was gemaakt van 100% regent is een beetje een atypische rosé die minder gericht is op de fruitaroma’s en meer op aroma’s van kaneel, karamel en brioche. De Cuvée Jill 2022 van wijndomein Ten Gaerde is een blend van rondo en cabernet cortis en zit wel meer op het aromapatroon van wat de meeste mensen van een rosé-wijn verwachten: klein rood fruit, framboos en aardbei in de neus en krokante zuurtjes in de mond. Correct gemaakt en een lekkere wegdrinker op een zomers terras. De Rosé van Vignoble des Trois Rois is een blend van voornamelijk cabernet cortis met telkens ook nog 10% souvignier gris en muscaris. Het was zeker de meest complexe rosé van de drie wijnen op tafel en is ook culinair inzetbaar bij bijvoorbeeld een carpaccio van rund met kappertjes en balsamico-azijn. Deze rosé werd door de leden van het proefpanel omschreven als de rosé wijn met de grootste fun-factor.

De drie geserveerde rosés zijn zeker correct gemaakt, maar een aantal leden van het proefpanel vroegen zich af of dit soort rosés voldoende het verschil maken tegenover de klassieke kwalitatieve rosé wijnen uit Frankrijk.

Dit is het tweede deel van een driedelige bijdrage over de Proeftafel Belgische wijnen van Interspecifieke druivenrassen.


2 reacties op “Geen vossen in dit vochtig laagland. Verhalen van de proeftafel (2/3)”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *